Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

 

Artikel 17 Einde van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering
1
Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering eindigt:
a
met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de jonggehandicapte de leeftijd van 65 jaar bereikt;
b
wanneer de arbeidsongeschiktheid is geëindigd, of beneden 25% is gedaald, met ingang van de dag, aangegeven in de daartoe strekkende beschikking van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
c
met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de jonggehandicapte buiten Nederland is gaan wonen.
2
De arbeidsongeschiktheidsuitkering van de jonggehandicapte die deelneemt aan een voor hem gewenste opleiding of scholing, wordt gedurende deze opleiding of scholing niet ingetrokken in verband met een daaruit voortvloeiende afneming van de arbeidsongeschiktheid. Indien de jonggehandicapte tijdens de opleiding of scholing inkomsten uit arbeid verwerft, is artikel 50, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.
3
Indien de intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering verband houdt met een voltooide scholing of opleiding, gaat deze intrekking niet eerder in dan een jaar na voltooiing van die scholing of opleiding. Indien de jonggehandicapte eerder inkomsten uit arbeid verwerft, is artikel 50, eerste lid, tot uiterlijk het einde van dat jaar van overeenkomstige toepassing.
4
Het eerste lid, onderdeel c, is tevens van toepassing op de jonggehandicapte die buiten Nederland is gaan wonen en op wie artikel 3, derde lid, van toepassing is.
5
Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering eindigt, indien de jonggehandicapte rechtens zijn vrijheid is ontnomen, vanaf de dag dat deze vrijheidsontneming één maand heeft geduurd.
6
Voor de toepassing van het vierde lid worden perioden van vrijheidsontneming samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.
7
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan het eerste lid, onderdeel c, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering indien de jonggehandicapte buiten Nederland gaat wonen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •